HRMLog

In deze weblog houdt Kathalijne Schuurmans ontwikkelingen bij op het gebied van Human Resources Management (HRM).

21 februari 2006

Wijziging ontslagbesluit gaat in op 1 maart a.s.

In december 2005 is reeds besloten tot wijziging van het ontslagbesluit en het gewijzigde Ontslagbesluit treedt op 1 maart aanstaande in werking. Reden om hier als P&O'er nog even goed naar te kijken.

"Last in, first out" verdwijnt dus als hoofdregel bij bedrijfseconomische ontslagen. Het afspiegelingsbeginsel, waarbij ontslagen meer gespreid worden over de verschillende leeftijdscategorieën in een vestiging van een bedrijf, wordt het leidende principe.

Hier volgt het persbericht van SZW:

07 december 2005
Nr. 05/209

`Last in, first out` niet langer hoofdregel bij ontslag

‘Last in, first out’ verdwijnt als hoofdregel bij bedrijfseconomische ontslagen. Het afspiegelingsbeginsel, waarbij ontslagen meer gespreid worden over de verschillende leeftijdscategorieën in een bedrijf, wordt het leidende principe. Dit betekent dat werknemers met vergelijkbare functies worden ingedeeld in leeftijdsgroepen en dat binnen die leeftijdsgroepen de werknemer met het kortste dienstverband het eerst wordt voorgedragen voor ontslag. Het gewijzigde Ontslagbesluit treedt op 1 maart 2006 in werking.

Minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil door de verplichtstelling van het afspiegelingsbeginsel de ontslagbescherming voor groepen werknemers zoals herintreders, jongeren en ouderen gelijkmatiger verdelen. ‘Dit is in het belang van een evenwichtige leeftijdopbouw en de vertegenwoordiging van verschillende groepen van werknemers in een bedrijf’, aldus De Geus. Begin september heeft de Tweede Kamer de voorgestelde wijzigingen al besproken en aanvaard.

Het Ontslagbesluit regelt verder dat er geen toetsing meer plaatsvindt door het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) van collectieve ontslagen van 20 werknemers of meer om bedrijfseconomische redenen. Voorwaarde is dat de werkgever en de betrokken vakbonden het met elkaar eens zijn over het aantal banen dat verdwijnt. CWI controleert wel of het afspiegelingsbeginsel goed wordt toegepast. Voor lopende ontslagverzoeken en voor meldingen van collectief ontslag die voor 1 maart 2006 zijn gedaan blijft de huidige situatie gelden. Dat is ook het geval als er voor 1 maart een overeenkomst is gesloten tussen werkgever en betrokken vakbonden over collectief ontslag en het ontslag voor 1 oktober bij het CWI is gemeld.

Zoals de minister al aan de Kamer heeft toegezegd, worden werkgevers verplicht om bij het ontslag van werknemers die langdurig ziek zijn scholing aan te bieden als dat hun enige kans is om weer aan het werk te komen. Deze nieuwe ontslagregel wordt van kracht op 1 januari 2006 tegelijk met de invoering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.

Bron: SZW.nl

16 februari 2006

Liefde op de werkvloer

Als je de resultaten van het door singlessite recent uitgevoerde onderzoek naar relaties op het werk bekijkt, moet je concluderen dat je de titel van dit stuk zowel letterlijk als figuurlijk mag nemen..

De werkvloer is behalve een ideale ontmoetingsplaats ook een perfect broeinest voor nieuwe, vaak verboden, relaties. Gevoelens van liefde en lust tieren welig en collega's knopen zeer frequent heimelijke verhoudingen met elkaar aan.

Cijfers liegen niet
Maar liefst 71 procent van de ondervraagden laat weten wel eens een relatie te hebben gehad met een collega. Dat de begeerde collega in veel gevallen al verwikkeld is in een andere relatie blijkt voor geen van beiden een beletsel. Zo'n 40 procent laat weten dat de bewuste collega al in een relatie verwikkeld was.

Affaires zijn roddelvoer
Het geheim houden van een dergelijke affaire binnen de werkkring blijkt niet altijd eenvoudig. Een derde zegt te weten dat een deel van de collega's op de hoogte was van de relatie, en bij 13 procent was dit zelfs het gehele bedrijf. Haast onnodig om te vermelden dat deze koppels hierdoor automatisch voer worden voor het roddelcircuit. Van alle geënquêteerden weet 36 procent dan ook zeker dat er binnen het bedrijf over hen werd geroddeld.

Seks op de werkvloer
Seksuele impulsen blijken moeilijk te bedwingen als men verliefd is. Zeker als de bron van deze gevoelens dagelijks in de directe nabijheid verkeert. Dit resulteert dan ook geregeld in gewenste intimiteiten op de werkvloer. Van alle ondervraagden geeft 12 procent aan wel eens intiem te zijn geweest in de vorm van knuffelen. Anderen gaan nog een stapje verder en maken zich schuldig aan tongzoenen of het verrichten van seksuele handelingen. Zo'n 6 procent laat zelfs weten geslachtsverkeer te hebben gehad in de baas zijn tijd.

Borrels en uitjes
In tegenstelling tot wat misschien wordt aangenomen, zijn overwerk en het geregeld bezoeken van congressen beslist geen situaties waar de liefde tussen collega's snel opbloeit. Meer kans maakt men al tijdens de beroemde bedrijfsborrel of het bedrijfsuitje. Maar de meeste romances komen voort tijdens het werken zelf want bijna de helft vertelt dat de relatie op deze manier is ontstaan.

Het klassieke scenario van de baas die rommelt met zijn secretaresse is anno 2006 nog niet helemaal achterhaald. Hoewel meer dan de helft zegt ten tijde van de relatie een gelijkwaardige positie binnen het bedrijf te hebben bekleed, geldt voor zo'n 23 procent toch nog dat de bewuste collega een leidinggevende of ondergeschikte positie had.

Werkrelatie positief voor werkplezier
De effecten van een relatie met een collega op de werkprestaties wordt door ruim een derde als overwegend positief ervaren. Met plezier naar het werk gaan, een grotere motivatie en elkaar veel kunnen zien zijn volgens hen de grote voordelen. Voor 12 procent heeft de relatie juist een negatieve lading. Voorbeelden die worden genoemd zijn: stiekem moeten doen, ontslag kunnen krijgen en in een problematische situatie terecht komen als de relatie voorbij is.

Werkrelatie niet van blijvende aard
Relaties die op het werk ontstaan zijn meestal niet van blijvende aard. Bijna de helft van deze relaties strandt binnen het eerste jaar. Desondanks hebben deze cijfers weinig invloed op de wensen en het ideaalbeeld van relaties op de werkvloer. Maar liefst 26 procent laat weten best opnieuw een relatie te willen aangaan met een collega. Van de nu nog onervaren ondervraagden laat 15 procent weten zeker open te staan voor een dergelijke relatie.

De volledige resultaten van dit onderzoek kunnen hier worden bekeken.

Bron: singlessite.nl

Ergernis over roken onder werktijd

Sinds 2 jaar hebben werknemerd recht op een rookvrije werkplek. Steeds meer ontstaat er ergernis over werknemers die rookpauzes nemen tijdens werktijd, zowel bij collega's als bij werkgevers. Er zijn bedrijven die van hun rokende medewerkers verlangen dat zij vakantiedagen inleveren ter compensatie van de rookpauzes.

Bij luxaflexfabrikant Hunter Douglas leveren rokende medewerkers drie vakantiedagen in, in ruil voor twee rookpauzes per dag. De motivatie van de bedrijfsleiding daarbij is het verlies aan productiviteit dat de rokers veroorzaken.

FNV Bondgenoten is ongelukkig met deze gang van zaken. De heer Warning, teamleider Arbeidsomstandigheden, is van mening dat je geen rechten van mensen mag afnemen die ze voor de invoering van de Tabakswet al hadden.

Het FNV heeft een rapport uitgebracht: ‘Problemen met de peukenpauze’. Hierin wordt een sluimerende onvrede onder niet-rokers gesignaleerd. Zo zegt een geënquêteerde niet-roker: ‘Ik hoop niet dat deze enquête gebruikt wordt om de belangen van rokers te versterken, de rokers hebben de niet-rokers lang genoeg geterroriseerd.’

De Stichting Volksgezondheid en Roken (Stivoro) krijgt regelmatig meldingen binnen van werknemers en werkgevers die zich ergeren aan de rookpauzes van hun collega’s. Stivoro wijst erop dat werkgevers rookpauzes mogen verbieden als ze dat willen en dat het evenmin verplicht is een rookruimte in te richten.

Bron: Zibb.nl

10 februari 2006

Stress en RSI op werk kosten 6 miljard

Stress en RSI op het werk veroorzaken veel gezondheidsklachten bij werknemers. De jaarlijkse kosten zijn ongeveer 6 miljard euro. Werkgevers hebben dus financieel baat bij de aanpak ervan, zegt staatssecretaris Van Hoof.

Staatssecretaris Van Hoof (SZW) heeft hierover een onderzoeksrapport van TNO naar de Tweede Kamer gestuurd. Hij hoopt dat de cijfers werkgevers en werknemers aansporen tot een effectieve aanpak.

Stress
Jaarlijks melden 2% tot 4% (150.000 tot 300.000) van de werknemers zich ziek vanwege stress op het werk. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om psychische klachten, maar ook om hartkwalen en ongelukken die ontstaan door gehaastheid.

De onderzoekers schatten dat één op de zeven WAO'ers door stress arbeidsongeschikt is geworden. Dat kost jaarlijks 1,7 miljard euro aan uitkeringen. De totale kosten van stress, voor ondernemers en overheid, zijn naar schatting 4 miljard euro per jaar.

RSI
15% van de werknemers (340.000 tot 675.000) krijgt door het werk klachten aan arm, nek of schouder. Het gaat daarbij niet alleen beeldschermwerkers, maar ook om anderen die steeds dezelfde beweging maken. De gezondheidsklachten die dat oplevert, kosten volgens TNO jaarlijks ruim 2 miljard euro.

Voorschriften
Van Hoof wil in de nieuwe Arbowet opnemen dat bedrijven beleid moeten voeren om de psychosociale belasting te beheersen. De bestaande verplichtingen om RSI te voorkomen, wil hij niet aanpassen. Hij stelt dat werkgevers en werknemers die voorschriften zelf moeten invullen met maatregelen die in hun bedrijf passen.

Bron: Persbericht ministerie van SZW

03 februari 2006

Minder regels over werktijden in voorstel nieuwe Arbeidstijdenwet

De nieuwe Arbeidstijdenwet beperkt zich tot regels die nodig zijn om de veiligheid en de gezondheid van de werknemer te beschermen. Dat betekent bijvoorbeeld minder regels voor de maximale werktijd en nachtdiensten.

De ministerraad heeft hiervoor ingestemd met het wetsvoorstel vereenvoudiging arbeidstijdenwet van minister De Geus (SZW). Het wetsvoorstel maakt deel uit van het kabinetsbeleid om het aantal regels terug te brengen.

Met soepelere regels voor werktijden kunnen bedrijven beter concurreren met het buitenland. Dat geldt vooral voor industriële bedrijven die vaak met ploegendiensten werken.

Maximum arbeidstijd
In de nieuwe Arbeidstijdenwet staan nog maar vier regels over de maximale werktijd. Nu zijn dat er nog twaalf. De nieuwe regels zijn:
- maximaal 12 uur per dienst;
- maximaal 60 uur per week;
- per 4 weken: gemiddeld maximaal 55 uur per week;
- per 16 weken: gemiddeld 48 uur per week.

Werkgevers en werknemers krijgen hierdoor meer ruimte de arbeidstijd per dag of per week in te vullen. Dat geldt ook voor de praktische details van pauzes.

Nachtdiensten
Verder komt er meer ruimte bij nachtarbeid. Er blijven wel regels om werknemers te beschermen. Zo mag een nachtdienst niet langer dan 10 uur duren. Voor werknemers die regelmatig nachtdiensten draaien, mag de werkweek over een periode van 16 weken gemiddeld niet meer dan 40 uur zijn. Na één of meer nachtdiensten geldt een langere rusttijd. Verder mag een werknemer per 16 weken maximaal 36 nachtdiensten draaien.

Werkgevers kunnen in een CAO of met de medezeggenschapsraad afspreken een ruimere norm toe te passen van 140 nachtdiensten per jaar.

'Dubbele norm'
Nachtdiensten zijn in de nieuwe wet het enige punt waarvoor zo'n dubbele norm geldt. Daarmee komt een einde aan het huidige systeem van standaardregelingen en regelingen die gelden na collectief overleg.

Met het wetsvoorstel volgt het kabinet nagenoeg een advies van de Sociaal-Economische Raad. Het wetsvoorstel gaat nu voor advies naar de Raad van State. De tekst van het voorstel en het advies worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

Bron: Persbericht ministerraad en Regering.nl

02 februari 2006

Nieuwe loonstrook en loonsveranderingen

In de laatste week van januari heeft FNV een peiling gehouden onder 2000 van haar leden over de nieuwe loonstrookjes.

Een op de drie leden ontving in januari een hoger nettosalaris. Bij bijna een kwart, waarbij het grotendeels ambtenaren betreft, was er sprake van een daling. Het loon bleef bij zo'n 15 procent van de leden gelijk en een derde zegt niet te weten of het loon is veranderd.

56 Procent van de ondervraagde leden heeft hun salaris en loonstrookje op tijd ontvangen, 15 procent kreeg loon en salarisstrook later dan normaal en 26 procent had tijdens de peiling nog geen salaris en/of loonstrookje ontvangen.

Bron: ANP